Salamat pagi!

19 april 2017 - Riung, Indonesië

Dinsdag, 18 april 2017

Pondok SVD Riung Flores

Om kwart over zes horen we stemmen op de gang: “Mijn vrouw is gevallen, ze denkt dat ze haar been gebroken heeft". We kunnen de stem het eerst niet plaatsen, maar al snel herkennen we de stem van een van onze medereizigers. Silvester snelt ter hulp, en stelt vast dat mevrouw toch even naar het ziekenhuis moet. Ruud heeft ondertussen hulp aangeboden en ondersteunt Bianca onderweg naar de receptie. Daar staat een auto op haar te wachten die haar naar het ziekenhuis in Ende zal brengen. Na het ontbijt zetten wij ons programma voort en zullen we na de excursie naar de Kelimutu-vulkaan Bianca en haar man Frans oppikken bij het ziekenhuis in Ende. Dit is ook de route die we straks volgen naar onze bestemming van vandaag, Riung. Vandaag is er ook weer een jarige in de groep, en als Jan de ontbijtzaal binnenkomt wordt er luid voor hem gezongen. De Japanse gasten zingen uit volle borst met ons mee.

De Kelimutu vulkaan ligt 1690 meter boven de zeespiegel en is nog steeds actief. In 1818 was de eerste uitbarsting van de vulkaan, in 2013 was de laatste uitbarsting. De drie naast elkaar gelegen kratermeren van de Kelimutu vulkaan is de belangrijkste attractie van Flores. Ze hebben vreemd genoeg ieder een andere kleur, die voortdurend iedere keer van kleur veranderen. Een mogelijke verklaring is dat de kleuren worden veroorzaakt door in het water opgeloste mineralen, en dat het water de verschillende mineraalhoudende lagen aantast in een snel tempo, wellicht als gevolg in verschillen in zuurgraad. Vanaf ons hotel is het drie kwartier rijden tot aan de ingang van het park. De wandeling naar het park is al een attractie op zich. Indonesiërs zijn erg vriendelijk, en groeten spontaan als ze je tegemoet komen. “Salamat pagi”, klinkt het vriendelijk en op hun gezicht verschijnt een spontane glimlach. Als je dan ook nog in hun eigen taal terug groet, is het hek van de dam. Ze waarderen dit, en beginnen onmiddellijk met belangstellende vragen te stellen naar je persoonlijke omstandigheden. Ze worden graag gefotografeerd, en vinden het leuk om met de toeristen op de foto te gaan. Het is een korte klim voordat we de drie meren kunnen zien. De geur van de dampen van de mineralen prikkelt onze neus en keel, maar de kleuren van de meren zijn verbazingwekkend. Af en toe zie je het gekleurde water borrelen, een teken dat er nog voldoende activiteit is. Soms worden er nu ook nog offers gebracht tijdens de rituele feesten. Karbouwen, varkens en kippen worden geofferd aan de voorouders, maar soms wordt er een hond geofferd. In deze streek staat hond ook op het menu, ik wil het niet proeven. We wandelen terug naar de parkeerplaats waar de bus staat, en vertrekken richting Ende. In Neuaria stoppen we langs de kant van de weg bij een kleine groentemarkt waar we fruit en groente voor de lunch kopen. In Ende heerst een Islamitische sfeer. Van het einde van de 17 de eeuw tot in de 19de eeuw was Ende een belangrijke handelshaven. Tegenwoordig is het merendeel van de handel in handen van de Chinezen. Bij het ziekenhuis kijken we uit naar Bianca. Gelukkig is haar been niet gebroken, maar heeft ze haar enkelbanden gerekt. Dat is natuurlijk niet prettig en zal ze waarschijnlijk de rest van de reis met krukken moeten lopen. Opgelucht zijn we dat zij zich weer samen met haar man bij de groep kunnen voegen. We stoppen bij het zwarte lavastrand waar we een mooi uitzicht hebben op de Tafelbergen, twee vulkanen die niet meer actief zijn. We rijden een stukje verder en bij een mooie plek dichtbij het strand wordt de bus aan de kant gezet en bereidt Silvester samen met Jacob, de bijrijder, een heerlijke lunch. We genieten van de heerlijke maaltijd in de schaduw, want de temperatuur is inmiddels opgelopen tot boven de 30 graden . Verderop ligt het blauwe stenen strand, die gebruikt worden voor het aanleggen van paden. De stenen worden geëxporteerd naar China. De stenen liggen uitgestald aan de kant van de weg, maar onze aandacht wordt meer getrokken naar de blauwe stenen op het strand. Voor een stelletje jonge meiden zijn we de attractie van de dag. Van verre horen we ze al gillen, of we samen met hun op de foto willen. Natuurlijk willen we dat, en staan we in verschillende poses voor de juiste foto. Het is nog een lange rit naar Riung, in het westen van Flores. Het is een mooie route langs de nu nog groene rijstvelden. Het zal niet lang meer duren voordat de eerste rijst geoogst gaat worden. De grotere steden zijn voorzien van elektriciteit. De kleine dorpen daarentegen zijn zelfvoorzienend. De inwoners hebben aggregaten waarmee ze voorzien worden van stroom. Het hoofd van de regering van Indonesië is gezeteld in Java, in de hoofdstad Jakarta. De eilanden zijn verdeeld in provincies. Aan het hoofd van die provincies staat de gouverneur, die gekozen wordt door de bevolking. Ieder dorp heeft een dorpshoofd, de desa. Het geld dat de provincies van de regering krijgen wordt gebruikt voor de infrastructuur, havens en luchthavens. Hoe meer eilanden een provincie heeft, hoe minder geld er uitgegeven kan worden aan andere zaken.

We passeren een dorp waar het een drukte van belang is. Scooters staan geparkeerd op en langs de kant van de weg, en Vinni, onze chauffeur, moet moeite doen om zich een weg te banen langs de geparkeerde voertuigen. Het hele dorp is uitgelopen, er klinkt muziek, en er wordt eten bereidt. Het blijkt dat er een dorpsgenoot is overleden. Er wordt gevierd dat de overledene herenigd wordt met zijn voorouders .Op de doorgaande weg is het een drukte van belang en komen we terecht in een file. Er trekt een optocht door de straten ter ere van een bestaansfeest van een dorp. Het verkeer wordt omgeleid, en dat betekent voor ons, dat we nog later dan gedacht aan zullen komen in Riung. We hebben nogal wat oponthoud vandaag, en Silvester verzekerd ons, dat het donker is voordat we in Riung aankomen. Om de lange rit te compenseren, stappen we iets vaker uit en lopen dan een stukje om onze benen te strekken. Langzaamaan wordt het donker, en is het opletten geblazen voor onze chauffeur. Sommige dorpen zijn niet verlicht, voertuigen rijden zonder licht, en de mensen staan of zitten langs de kant van de weg in het pikkedonker. Om acht uur komen we aan in het aan de noordkust gelegen dorp Riung. Riung is een klein dorpje gelegen aan de noordkust van de Floreszee. Het is een nietszeggend dorpje, ware het niet, dat vanaf de haven de prauwen vertrekken naar het Nationaal park Pulau Tujuhbelas.  Voordat we naar ons hotel gaan, gaan we eerst naar een restaurant waar we een heerlijke maaltijd voorgeschoteld krijgen. Ons eerste biertje van vandaag smaakt daar voortreffelijk bij. Voor de jarige Jan is er ook een koek gebakken, een lekker toetje die de gaatjes vult.  Als we om tien uur aankomen bij onze losmen voor de komende twee nachten, kunnen we het niet laten om, als we de koffers naar de kamer gebracht hebben, nog een biertje te drinken samen met onze reisgenoten. We hebben veel plezier en misschien zijn we wel een beetje luidruchtig. Dat blijkt wel als er een gast een beetje boos komt vragen, of we een beetje rekening kunnen houden met de mensen die slapen. We trekken het ons gelijk aan, en gaan op fluistertoon verder met ons gesprek. Na een poosje wordt het voor ons ook tijd om op een oor te gaan liggen. Morgen weer een nieuw avontuur. Ondanks de lange rit, was het een aangename dag, met leuke ontmoetingen onderweg, en mooie vergezichten.

Rees en Ruud

Woensdag, 19 april 2017

De snorkelspullen hebben we bij de hand, badpak, zwembroek, zonnebrandcrème en eventueel muggenmelk voor de muggen. En niet te vergeten een handdoek of een sarong, om even te zonnen op het bounty-eiland. We zitten goed in de schaduw onder het dek van de prauw. De prauw snijdt zich een weg door de strakblauwe zee en vaart voorbij de talrijke kleine eilandjes die Indonesië rijk is. De zeewind doet goed en zorgt ervoor dat de zonnestralen niet te fel door ons velletje prikken. We varen tot dicht aan de kust van het eiland Ontoloe, waar vliegende honden (kalongs) zich met honderden in de mangrovebossen ophouden. Het is een spectaculair gezicht als de beesten uitvliegen. Hun kastanjebruine kopjes steken af tegen hun satijn zwarte vleugels. Ze zijn continue in beweging al hangen ze op hun kop in de bomen. Omdat ze met zo velen zijn, maken ze een herrie van jewelste. Ze spreiden hun vleugels wijduit voordat ze een duikvlucht maken naar de takken van de bomen. Daar hangen ze dicht tegen mekaar aan, en verstoppen hun lijfjes in de vleugels. We varen verder naar een bounty eiland waar we de prauw aanleggen. Niet ver van de kust zijn mooie koraalriffen waar exotische vissen tussen het prachtig gekleurde koraal zwemmen. De zeesterren liggen verscholen in het zeegras, en de kleine visjes verstoppen zich in de kleine grotten in de zee. Het witte strand nodigt uit om in neer te gaan zitten en uit te kijken over de eilandjes. De palmbomen deinen rustig heen en weer door de zeewind, en bieden schaduw aan diegene die de zon een beetje wil vermijden. Ondertussen dat wij snorkelen wordt er een heerlijke lunch voor ons bereidt. De vis ligt te garen op de barbecue en de verse groente wordt fijngesneden voor de bami. Papaja’s en bananen zijn nog niet zo lang van de bomen geplukt, en worden nu in partjes verdeeld. Zelfs aan gekoelde drankjes ontbreekt het ons niet, voor alles is gezorgd.  De lunch smaakt voortreffelijk, we likken er onze vingers bij af. Na de lunch varen we verder naar weer zo’n mooi eilandje en springen vanaf de boot het water in. We snorkelen nog een poosje bij de riffen. Het koraal kleurt prachtig, van heldergroen tot bloedrood. Het is jammer dat er zoveel koraal verloren is gegaan tijdens de tsunami in deze regio. Tsunami’s komen regelmatig voor in dit gebied, maar er wordt in ons land geen media aandacht aan gegeven.

In de verte zien we de helderblauwe lucht verkleuren naar een grijze tint. Het kan een beetje gaan regenen, verklaart Silvester. We geloven hem op zijn woord, maar hopen dat de regen nog even uitblijft, totdat we weer bij onze losmen zijn. De vissersboten varen ons al tegemoet als we de haven naderen van Riung. Zij kunnen niet binnen blijven voor de regen, voor hen betekent het inkomsten als hun vangst goed zal zijn. Omdat de afstand naar het restaurant niet zo ver is, spreken we met z’n allen af dat we te voet gaan. De regen zal nog  wel even uitblijven. De douchebeurt hadden we kunnen overslaan, want  het zweet loopt met straaltjes langs ons lichaam. Het duurt dan ook niet lang en worden we getrakteerd op een tropische regenbui. De mannen van het hotel rennen door de regen en bieden ons paraplu’s aan, zodat we droog bij het restaurant aankomen. Maar  de plu’s hebben we niet meer nodig, alleen zijn de wegen nu iets drassig en moet je voorzichtig zijn dat je niet uitglijdt over de gladde keien. We eten in hetzelfde restaurant als gisteren, en het menu smaakt zoals gisteren weer buitengewoon lekker. Over de Indonesische keuken niets meer dan lof, al staat in de boeken geschreven, dat de keuken op de zuidoostelijke eilanden minder zal zijn. Niets is minder waar, en we hopen dat de kwaliteit en smaak van eten zich voort zal zetten tot het einde van onze vakantie. We drinken nog een Bintang bij het hotel, maar houden het vooral rustig. Vandaag geen klachten meer over luidruchtige gasten.

Rees en Ruud

Foto’s

3 Reacties

  1. Joke:
    22 april 2017
    Wauw super we genieten mee
  2. Wilma:
    23 april 2017
    Mooi die eeuwenoude gebruiken en de vriendelijkheid van mensen,
    tevreden en blij zijn lijkt vanzelfsprekend.
  3. Annet:
    24 april 2017
    Hoi Ruud en Resie wat geniet ik weer van het mooie reisverslag . Super wa t een indrukken weer