Ranke paarden!

27 april 2017 - Sumbawa Besar, Indonesië

Woensdag, 26 april 2017

Kencana Beach Inn Sumbawa Besar Sumbawa

Sumbawa is verdeeld in vier bestuurlijke districten: de stad Sumbawa Besar in het westen, West Sumbawa, Bima in het Oosten, en Dompu in het midden van het eiland. In 1815 vond de grootste vulkaanuitbarsting uit de recente geschiedenis plaats. De Gunung Tambora slingerde een grote hoeveelheid vulkanisch materiaal de atmosfeer in. Tienduizenden mensen lieten het leven en het klimaat veranderde. De uitgestoten as verduisterde maandenlang de zon. Het is de vulkaan Tambora die de bewoners van het westen eeuwenlang geïsoleerd heeft van de bevolking van Bima. De verschillen tussen de gebieden is zo groot, dat wanneer de eilandbewoners het hebben over Sumbawa, ze het westelijk deel van het eiland bedoelen, het oosten wordt simpelweg Bima genoemd.  De verschillen tussen beide gebieden zijn zo groot dat de oorspronkelijke taal van de bewoners van het westelijk deel niet lijkt op de taal van de bewoners van Bima.

De kleine ranke paarden, men noemt ze “Ben Hur”, worden in de zee getraind. Hun trainers lopen met de paarden in zee, waar ze ook gewassen worden. Daarna gaan ze op transport naar de markt of handelaren die de paarden gebruiken voor de fokkerij. Het ras wordt gekruist met andere soorten rassen zodat er een sterker ras ontstaat. Ondanks dat bij de Islam gokken verboden is, worden er in de maanden juni tot augustus paardenraces georganiseerd. De jockeys zijn niet ouder dan 9 of 10 jaar. Sterk zijn de kleine paarden, die zonder veel moeite de karren zwaar beladen voorttrekken. Meestal worden de paarden getraind door hun trainers, die in dienst zijn van een rijke paardenfokker of renstal.   

Door de hevige regenval in maart is er geen productie in de zoutpannen van Bima. Werknemers hebben het werk neergelegd en wachten totdat het waterniveau gezakt is. Langs het strand staan houten paviljoens die dienst doen als hangplek voor jongeren. In Dompu stoppen we bij een restaurant waar Silvester lunchpakketten besteld. Het restaurant waar we zouden lunchen is dicht. Of de eigenaar is ziek, of er is iemand dood, stelt Silvester, een middenweg is er niet. Onder het genot van een kop koffie en een stukje cake wachten we geduldig totdat de lunchpakketten klaar zijn. Onderweg rijden we langs een aantal bassins waar snel ronddraaiende molentjes het water voorzien van zuurstof. Het blijkt een garnalenkwekerij te zijn.Om garnalen te laten groeien heb je zuurstofrijk zoutwater nodig. De bassins draaien op volle toeren .Na zes maanden zijn de garnalen groot genoeg  en worden ze consumptie klaar gemaakt. De garnalen worden geëxporteerd naar Java,  Bali, China en Japan. Het hoogste punt van Sumbawa, de 2820 meter Gunung Tambora, is bedekt onder een dikke sluier van wolken. De “Ben Hurs” grazen rustig van het malse gras langs de kant van de weg. Ze schudden hun lange manen om het ongedierte van zich af te slaan. De brutale makaken observeren al zittend op de vangrail nieuwsgierig het voorbij razende verkeer. De geiten strekken zich helemaal uit om aan de malste blaadjes van de bomen te komen.  Ondanks de dorre maïsplanten en het verschroeide gras blijft het een idyllisch uitzicht. De palmbomen wuiven op de warme wind en de boeren houden siësta in de schaduw en ontwijken het heetste moment van de dag. Het is een mooie rit langs de vulkanische berghellingen en vlakten met rijstvelden. De kleine huisjes op de sawah’s worden tijdelijk bewoond door de boeren. Ze werken in opdracht van een werkgever of hebben een stuk grond gepacht of gekocht. De werknemers of pachters komen uit andere regio’s van het land. De mensen in deze regio hebben nauwelijks of geen interesse om op de rijstvelden te werken. Na de oogst keren ze weer naar hun oorspronkelijke huis terug. We lunchen vlakbij het vissersdorpje op palen, Labuhan Bajo. We smullen van de meegebrachte lunch in de paviljoens onder de palmbomen. Het is heet, zoals men dat noemt, tropisch heet met een hoge luchtvochtigheid. De wandeling naar het vissersdorpje slaan we over, maar stappen in de met airco gekoelde bus en stappen bij het dorpje uit. De meeste bewoners van het dorp komen van de eilanden Lombok en Sulawesi. De verse vis wordt gepekeld en te drogen gelegd op de grote rieten matten in de zon. Op de scheepswerf in het dorp wordt met man en macht gewerkt aan en nieuw prauw. Op een koele plek onder het huis spelen de vrouwen een spelletje domino. Ze zijn gereserveerd vriendelijk, maar als ik gebarend vraag of ik mag kijken, is het ijs gebroken. Het dialect dat hier gesproken wordt, klinkt me anders in de oren dan van Bima. We rijden verder langs de authentieke dorpen met hun prachtige natuur. De rijst wordt geoogst, de maïs te droge gelegd op het afdekzeil. Na een lange, maar mooi rit over het prachtige eiland Sumbawa, komen we aan in de stad Sumbawa Besar. We stoppen even bij de pinautomaat om wat rupiah’s bij te tanken. Dan is het nog 15 minuten rijden naar ons hotel aan het strand. Onderweg naar het hotel stelt Silvester ons twee opties voor: we kunnen morgen een excursie maken naar de stad SB, óf we blijven bij het hotel, en snorkelen bij het rif vlak bij het strand. We hoeven nog niet te beslissen, eerst nog maar even afwachten hoe de accommodatie voor de komende twee dagen is. En dan is het zover, vlak aan het strand staan de authentieke bungalowtjes op palen. Optie één vervalt al snel zodat er nog maar een optie overblijft. Ik voel me rijk en bevoorrecht, dat ik al zoveel mooie dingen op deze aardbol heb mogen aanschouwen. We kiezen er specifiek voor om dit soort reizen te maken, “back to basic” , het land leren kennen. Soms ben ik zo ijdel om de klaagzang van medereizigers te veroordelen, en wil ik er een mening over vellen. Deze reis leg ik het naast me neer, en denk er het mijne van. Wij genieten in ieder geval met volle teugen! We zien de zon weer zakken in de zee, een oranje gekleurde horizon, de zee die rustig voortkabbelt. Wat wil je nog meer….

Rees en Ruud

Donderdag, 27 april 2017

Vandaag een vrije dag; geen bus, geen fotostop en geen excursie. Wat wil je nog meer als je huisje direct aan het strand ligt, de bar op nog geen honderd meter afstand, en een tropische temperatuur. We luieren zowat de hele dag. We eten een beetje, snorkelen een beetje, rusten een beetje en drinken een ietsepietsie. Mensen van dit land praten graag met toeristen om de Engelse taal vaardig te worden. Een ober van het hotel heeft ons gisteren gevraagd, of hij zijn vrienden vandaag mag meenemen voor een conversatie in het Engels. Natuurlijk willen we aan dit verzoek gehoor geven, en als de jonge mannen tegen de middag arriveren, maken we graag een uurtje vrij voor de “Engelse les”. De les is tweeledig, ook wij doen er ons voordeel mee, en worden wijzer door de informatie van de jonge mannen. Zo leren we, dat wanneer de eilandbewoners het hebben over “Sumbawa”, ze het westelijk deel van het eiland bedoelen; het oosten wordt simpelweg “Bima” genoemd. De Ben Hur’s zie je alleen in Bima, in het straatbeeld van Sumbawa zul je de paarden niet of nauwelijks tegenkomen. De Engelse taal wordt alleen op school en op de universiteit gesproken, daarbuiten is het verboden om met elkaar de Engelse taal te spreken. Uiteraard is het wel toegestaan om met buitenlanders de taal te spreken. Ze kennen hun land goed uit de boeken, maar zijn zelf niet verder dan hun eigen eiland geweest. Ze zijn nieuwsgierig naar onze ervaringen op de andere eilanden waar we geweest zijn. Hoe is de cultuur daar, de gewoontes, de gebruiken, en zijn de mensen daar vriendelijk? Ik kan volmondig vertellen, dat de mensen overal vriendelijk zijn, en dat ieder eiland zijn gewoontes en gebruiken heeft. De mannen hebben grootse plannen en willen graag in het buitenland gaan studeren. Maar eerst zal daar voor gewerkt en gespaard moeten worden. Vanaf het terras bij ons huisje zien we de zon ondergaan. Morgen vertrekken we naar Lombok. Het einde van onze reis nadert nu snel. Maar nu nog even niet aan denken.

Rees en Ruud

Foto’s

1 Reactie

  1. Wilma:
    30 april 2017
    Mooie foto's. Vergeten jullie morgen niet naar mij te zwaaien?
    Geniet van Lombok. Lijkt mij een erg mooi eiland. Een goede terugreis en een behouden thuiskomst.