Unne gezondheidswandeling

22 november 2016 - Ranomafana, Madagaskar

 Dinsdag, 22 november 2016

 Ranomafana, Chez Gaspard B&B

 De hooglanden in het Oosten van Madagaskar

Unne gezondheidswandeling.

Als we ’s morgens wakker worden en de gordijnen openen zien we pas echt dat we op een mooie locatie terecht zijn gekomen. De nevel is opgetrokken en de zon breekt krachtig door het wolkendek heen. Ranomafana is een klein afgelegen bergdorp dat verborgen ligt in een grote ingesloten vallei midden in het dichte woud van Oost-Madagaskar. Aan het einde van de 19de eeuw werd de warme bron ontdekt, en dankt het dorp ook zijn naam aan die bron. Ranomafana betekent “warm water”. De franse kolonisten maakten er een kuuroord van. Veel later erkende de Malagassische regering dat dit een uitzonderlijk gebied van flora en fauna van deze regio was, en in 1991 werd het nationale park gesticht. Het is een dicht tropisch regenwoud dat van de bergen naar beneden reikt tot in de vallei. Het park heeft een oppervlakte van meer dan 40.000 ha. Grote zones zijn nog niet onderzocht, door het lastige reliëf. Daarom bestaat er ook geen volledige biologisch inventaris van het park. Naast de ingang van het park ligt het ecologisch centrum. Van daaruit wordt nog veel onderzoek gedaan in het woud. Langs het park loopt de rivier Namorona. Na een ontbijt van vers fruit en een omeletje, trekken we onze wandelschoenen aan en gaan op pad. Onze gids voor vandaag staat al samen met Leon op ons te wachten. Het is een stukje rijden naar de ingang van het park. Het heeft gisteravond geregend, dus we moeten er rekening mee houden, dat de paden glibberig kunnen zijn. Maar dat is niet uitzonderlijk, het is een tropisch regenwoud. De gids verzekerd ons dat we soms steil omhoog klimmen, en soms moeten dalen. Maar we waren al gewaarschuwd, het is een tropisch regenwoud. Zover bekend telt het woud 120 soorten bomen, en meer dan 150 soorten vogels. Er zijn twaalf variëteiten van maki’s geteld, waaronder de zeer zeldzame gouden halfmaki oftewel de gouden bamboemaki, die pas in 1986 ontdekt werd. Via de brug  steken we de ruige Namorona rivier over.  Met snelle vaart kolkt het water van de gelijknamige waterval tegen de rotsen in de rivier.  De lokale bevolking vangt in deze rivier vooral tilapia. Tijdens de wandeling zien we heel wat soorten orchideeën, het woud telt meer dan honderd soorten. Na een poosje komen we in het bamboebos en hopen we de bamboemaki te zien. We moeten geduld hebben, de gids zoekt alle boomtoppen af of hij het diertje ziet zitten. Hij krijgt een tip van een andere gids, dat er verderop in het woud een groepje bamboemaki’s gezien is. Ze zitten hoog in de toppen van de bomen, en laten alleen hun achterwerk zien. Maki’s leven in boomtoppen en zijn omnivoor. Bamboemaki’s, de naam zegt het al, eten het liefst bamboe. Daarbij voeden ze zich met bladeren, bloemen en fruit, soms aangevuld met insecten en larven. Ze leven alleen of in kleine groepen, waarvan het wijfje de leider is. Omdat de beestjes geen aanstalten maken om zich ook maar enigszins te bewegen lopen we verder. JM oppert dat het vandaag “unne gezondheidswandeling” is, en dat we niet veel beestjes gaan zien. Maar we genieten van de mooie omgeving, en zijn niet uit het veld te slaan. In de verte hoort onze gids het roepen van de maki’s, en lopen we een pas sneller. De bruine sifaka kijkt nieuwsgierig vanuit de hoge boomtoppen op ons neer, en speelt een spelletje met ons. Dan weer verstopt hij zijn hoofdje, en dan kijkt hij weer nieuwsgierig omlaag, maar maakt geen aanstalten om naar beneden te klimmen.  We lopen verder naar het uitzichtpunt en nemen daar even pauze. Ruud en ik hebben bloedvlekken op onze broeken. Het blijkt dat we allebei donor zijn geweest van een bloedzuiger. Het beestje valt net van het been van Ruud, en zien we dat zijn buik goed gevuld is met bloed. De mangoest laat zich ook even zien, maar is snel weer tussen de struiken verdwenen. De wandelende tak is bijna niet te onderscheiden van de takjes van de bomen, en weet zich schuil te houden voor de vogels. Het wevermannetje is nog druk bezig met het bouwen van een nest. Nu maar hopen dat het goedkeuring krijgt van zijn vrouwtje. De gids geeft tijdens de wandeling goede uitleg over het bos. Er is meer dan 85% primair woud gekapt, en is ten dele vervangen door een secundair woud. Daar gedijt ook de reizigersboom, de koning onder de bomen van de Malagassiërs. De waaiervormige boom verschaft de inwoners van de wouden daken en muren, en biedt tevens drinkbaar water. De Tanala is een van de 18 bevolkingsgroepen van Madagaskar. Tanala betekent letterlijk, zij die in het bos wonen. Oorspronkelijk kwamen zij uit Indonesië en vestigden zich in de wouden in het oosten van het land. Dit is het leefgebied van deze bevolkingsgroep. In een holletje in de lemen wand broedt een vogel haar eitjes uit. Zij laat zich niet storen door het licht waarmee we in haar nestje schijnen. We zijn weer terug bij ons beginpunt, en dat wil ook zeggen, tijd voor de lunch. Leon kiest een gezellig restaurant uit met uitzicht op de rivier en de groene heuvels. Na de lunch kleden we ons in luchtige kleding en lopen richting rivier. Daar is altijd wel volk en altijd wat te zien. Een man kijkt de rivier over waar hij het beste zijn hengel uit kan werpen. De was ligt te drogen op het groene gras. Andere mensen nemen het ervan, en houden een siësta, het motto van Madagaskar is “mora, mora”, rustig aan, haast je niet. De kinderen spelen in de rivier, terwijl moeders de was doet. De winkels hebben weinig klandizie, het seizoen is bijna voorbij. Er lopen nog enkele verdwaalde vazaha’s rond, waaronder wij met z’n viertjes. De mensen zijn erg vriendelijk, en groeten, bonjour vazaha, ça va? Zo te zien is de ijskast bij de plaatselijke kroeg leeg, maar toch worden we uitgenodigd om plaats te nemen, drinken is geen probleem. Nadat we onze bestelling hebben doorgegeven, snelt een dame naar de supermarkt en haalt daar enkele flessen THB en cola. Dat heet Malagassische gastvrijheid, ze proberen het je altijd naar de zin te maken. Leon rijdt langs, en heeft ons al snel zien zitten. We nodigen hem uit om ook een biertje te komen drinken. Hij parkeert zijn auto bij de lodge, dat is niet zover van de pub vandaan. Nadat we de koele biertjes en cola leeggedronken hebben lopen we terug naar de lodge. De lodge is een onderdeel van een obligatie van missiezusters. Rondom de kerk hebben ze een dorp gebouwd, waar ook een school bij hoort. Ik hoor kinderen zingen en loop op het geluid af. Enkele klassen hebben net speelkwartier, de rest van de klassen volgt ijverig de les. Keurig staan hun schoenen buiten op een rij. We gaan naar de speelplaats en maken enkele foto’s. Een van de leraren komt op ons afgelopen en heet ons welkom. Als we interesse hebben stelt hij ons voor aan de directrice. We worden voorgesteld en krijgen uitleg van het ontstaan van de school. Er zijn plannen om een nieuwe school te bouwen, omdat deze school te klein is. Op dit moment heeft de school 600 leerlingen variërend in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.  Ze hopen snel te kunnen starten met de bouw van de school. Voordat we afscheid nemen, doneren we een kleine bijdrage hopende dat met de nieuwbouw snel begonnen kan worden. Vanavond staat een nachtwandeling op het programma. Om 18.00 uur zijn we klaar voor vertrek, lange broek, lange mouwen en stevige wandelschoenen aan. We zorgen er nu wel voor, dat de broekspijpen in de sokken verstopt zitten. Bloedzuigers krijgen vanavond geen kans. We zijn niet de enige, blijkt. Heel wat groepen hebben zich verzameld bij het vertrekpunt. Dat wordt dringen voor een foto, hebben we het vermoeden. We gaan niet door het dichtbegroeide bos, maar de spotters en gidsen zoeken de diertjes in de struiken en bomen langs de kant van de weg. Als de eerste muismaki wordt ontdekt door een gids, stormt de hele meute met flitsende camera’s op het doel af. Dit is niet leuk, en we maken het gelijk kenbaar aan onze gids. Hij treft gelijk maatregelen, en wacht totdat de horde natuurliefhebbers verder trekken. We hebben geluk, de muismaki laat zich nog even zien, en smult van de banaan die de gidsen in de struiken en bomen verstopt hebben. Daarna volgt het hoofdstuk kameleons; de ene na de andere kameleon vindt onze gids in de bomen en struiken. We zien ze in diverse vormen, maten en kleuren, zelfs de Parsons kameleon die vaak langer is dan 50 cm. zit verscholen op een tak. De foto’s zeggen meer dan woorden, die we dan ook veel maken van deze beestjes. Voldaan rijden we terug naar onze lodge en bekijken tijdens het eten onze foto’s. Plotseling komt de tuinman binnenlopen met een tak. En jawel, ook daar zit een kameleon op die hij ons graag wil laten zien. Een mooie dag vandaag, vol verrassingen. Maar ja, dan is het bijna tien uur, bedtijd…

Rees en Ruud

Foto’s

1 Reactie

  1. Wilma:
    28 november 2016
    Goede terugreis en tot heel gauw. Knoevel voor allebei