Ons motto, mooie foto's skieten!

23 november 2016 - Andringitramassief, Madagaskar

Woensdag, 23 november 2016

Tsaranoro vallei, Camp Cotta B&B

De hooglanden van het Zuid- oosten

Ons motto, mooie foto’s skieten!

De heuvels zijn in nevel gehuld als we vanmorgen vertrekken in zuidelijke richting. De veeboeren zijn met hun kuddes onderweg naar de oostkust. Het is nog een heel end voordat ze bij de oostkust zullen zijn. Aan vers gras en stromend water zal het de zeboes niet ontbreken. Bijna op de top van de berg “skieten” we een mooie foto. Deze vakantie ben ik hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de foto’s. Ik heb net een nieuwe camera en die wil ik natuurlijk goed uittesten. In alles zie ik wel een mooi plaatje, en haal ik graag mijn camera tevoorschijn. “Mooie foto”, roep ik dan, en inmiddels weet Leon dat hij dan even moet stoppen, of even het gas terug moet. Af en toe hou ik de boel op, en sta ik te stuntelen voordat ik  het plaatje scherp heb gesteld. JM staat wel eens achter me, en ziet me dan bezig met het scherpstellen. “Skieten”, roet hij dan, “nu skieten!” En daar bedoelt hij mee, dat het dan tijd wordt om de foto te maken. Op het hoogste punt van de berg skieten we de laatste mooie foto van het regenwoud. Aan de andere kant van de berg maken de vele bomen al snel plaats voor de rijstterrassen. Bananenbomen, suikerriet, vruchten en diverse groenten zijn de opbrengst van de vruchtbare vulkanische grond. Vandaag gaat onze route naar het Andringitragebergte. Madagaskar wordt in tweeën gedeeld door een hoge bergrug. Het middelpunt hiervan is het Andringitra gebergte met de hoogste bergtoppen van Madagaskar. Het gebied is relatief goed te bereiken via de nationale weg. Alleen het laatste uur naar het resort zal over onherbergzame wegen gaan. De eerste weg naar het resort toe werd pas in 1995 geopend. Leon wil even de autobanden laten checken omdat in twee ervan nagels zitten. Ondertussen dat deze klus geklaard wordt, worden wij door een gids rondgeleid door de oude stad Fianarantsoa. De stad werd in 1830 gesticht door koningin Ranavalona I (de boze koningin). Zelf is de koningin nooit in de stad geweest, maar ze belastte de gouverneur met het stichten van de stad. Hij moest ook “de wilden” die daar leefden onderwijzen en hun goede manieren bijbrengen. Vandaar de naam van de stad, die “de goede opleiding” betekent. In deze streek leven de Betsileo. In het begin van de 16de eeuw hebben ze veel weerstand geboden tijdens schermutselingen met andere bevolkingsgroepen. Ze staan bekend als een sterk en krachtig volk. Fianarantsoa kende zijn grootste bloeitijd toen de christelijke kerken zich hier kwamen vestigen. De oude stad is voor het grootste gedeelte gerestaureerd. Er is een project opgezet om de hele wijk te restaureren en te beschermen. Via de geplaveide straatjes die omhoog leiden kom je uit bij het voormalige paleis van de gouverneurs. Het paleis is tijdens de kolonisatie volledig afgebrand, er rest alleen de steen waarop veroordeelden onthoofd werden. Op dezelfde plek is nu een school gebouwd. De kathedraal van Ambozontany dateert uit 1871. Fianar is op twee na de grootste stad van Madagaskar. De stad is als hetzelfde principe als Tana gebouwd, op heuvels. Leon is nog niet terug als we via de steegjes naar de afgesproken plek lopen. Daarom besluiten we om een flesje fris te kopen in een van de winkeltjes. Naast ons staan vijf kindertjes, die er erg armoedig uit zien. Een klein meisje heeft zelfs een baby op haar rug. Het blijken zwerfkinderen te zijn, die door hun ouders aan hun lot zijn overgelaten. De ouders zijn arm en kunnen niet voor hun kinderen zorgen. We kopen koekjes en bananen en verdelen het onder de vijf kindjes. Ondertussen is Leon terug en rijden we tevreden verder, deze kindjes hebben tenminste iets in hun maagjes. De groene heuvels gaan over in grijze rotsblokken met plantjes die overleven op een droge vlakte. Hoe verder we naar het zuiden geraken, hoe droger en warmer het wordt. We lunchen net voordat we de stad Ambalavao bereiken. We worden welkom geheten door een ringstaartmaki, die parmantig op een kruk zit. Het beestje is mensen gewend, en komt af en toe op bezoek in het restaurant. Rustig loopt het diertje tussen de tafels door, en werpt af en toe een nieuwsgierige blik naar de mensen. In Ambalavao begint officieel het zuiden, het is er al warmer en de omgeving is woestijnachtig en ruw. Het is de stad met een koloniale uitstraling, getuigen de huizen die een koloniaal uiterlijk hebben met hun balkonnetjes. Deze stad is vermaard om de zeboemarkt op woensdag, de op een na grootste van heel Madagaskar. Dan loopt de hele stad uit, en wordt er gefeest en gedronken. Dit is ook de regio van de wilde zijde, en je bent geen toerist als je de winkel met producten van deze zijde overslaat. We kopen allebei een zijde sjaaltje dat mooi wordt ingepakt in een gevlochten tasje. We bezoeken de fabriek van Antemoropapier. Dit papier werd ontwikkeld in Arabië en hier geïntroduceerd door immigranten die in de 17de eeuw ontscheepten aan de oostkust. Het Antemorovolk erfde de techniek en hield het in eer. Pas in 1936 werd het papier weer geproduceerd in Ambalavao. Het papier wordt gemaakt van de vezels van een struik, de avoha. We krijgen een rondleiding in de fabriek, en zien het prachtige resultaat van veel werk. Tegenwoordig wordt het papier verfraaid met verse bloemen en planten. De veemarkt loopt ten einde, de straten lopen vol met mensen en zijn goedgemutst. Voor sommige onder hen zal het een goede handel zijn geworden vandaag. Hoe meer zeboes een boer heeft, des te meer aanzien hij heeft. Buiten de stad wordt er feest gevierd, het nationale park bestaat vandaag 15 jaar. Het Anja Community Reserve is een privéreservaat, dat beheert wordt door een collectief van zes dorpen. Voorheen werd het gebied gebruikt voor het verbouwen van mais, waardoor elk jaar grote delen van de regenwouden werden gekapt. Op initiatief van de lokale bevolking werd een associatie opgericht, met als voornaamste doelstellingen het beschermen van de flora en fauna, en het verbeteren van de levensstandaard van de lokale bevolking. Dit laatste werd onder andere bereikt door werkverschaffing als gids of andere takken in het toerisme. In dit kleine park leven 500 maki’s. Het begint te regenen en de beestjes houden zich schuil hoog in de bomen. Af en toe laten ze hun kopjes zien en kijken ze nieuwsgierig naar de mensen die het wagen om nat te worden. De kleintjes spelen vrolijk met hun lange zwart-witte staart. Ze maken daarbij een grappig geluidje. Onze laatste etappe gaat over de onverharde weg. Na een uurtje “Afrikaanse massage” komen we aan bij Camp Catta, ons verblijf voor de komende twee nachten. Het camp ligt aan de voet van de berg Tsaranoro. De plek is schitterend, met uitzicht op de toppen van de berg. Een van de toppen lijkt weliswaar op een kameleon, en daaraan dankt deze top zijn naam. Onze huisjes zijn prachtig, met rondom bomen, waar de ringstaartmaki’s zich voort bewegen. Vrolijk roepend springen ze van boom tot boom en smullen van de blaadjes van de bomen. We drinken een biertje voordat we gaan eten. Ondertussen kijkt het personeel naar een film van de Laurel en Hardy, en schateren het af en toe uit van de lach. We hebben vandaag mooie foto’s kunnen skieten. Op de achtergrond wordt zachtjes gitaar gespeeld en gezongen. We zijn de laatste gasten in het restaurant. Zachtjesaan worden de tafels afgeruimd. Het is negen uur, muisstil en aardedonker, en nog geen tien uur. Maar toch, bedtijd….

Rees en Ruud

Foto’s

1 Reactie

  1. Jack hermans:
    28 november 2016
    Weer een heel mooi verhaal Resi