Naar de stad waarin hij wacht op zijn lief....

16 november 2016 - Kirindy Mitea National Park, Madagaskar

Woensdag, 16 november 2016

Miandrivazo, Princess de Tsiribihina B&B

Het Midden-Westen

Naar de stad waarin hij wacht op zijn lief….

Het is kwart voor vijf als Ruud op zijn horloge kijkt. Ons bed is kletsnat van al dat zweten. We hebben geen zin meer om te blijven liggen en staan op. Er is nog geen elektriciteit en het is nog donker. Maar nadat we de luiken voor de ramen hebben gehaald, vult het stralende zonlicht onze slaapruimte. We willen zuinig met het water zijn, en nemen een snelle douche. In dit gebied is er geen waterput en wordt het water 15 km. verderop gehaald. Er wordt flink bijgebouwd, en men is druk met het maken van een waterput. Het brood is vers gebakken, en de hete koffie smaakt er goed bij. Om zeven uur meldt de gids zich bij ons, en beginnen we aan de ochtendwandeling. Vanmorgen maken we een wandeling door het vrij toegankelijke bos, en hopen we de twee dagmaki’s, de sifaka en de roodkopmaki te spotten. Kirindy is een droog bos, maar in het regenseizoen is het grootste deel van het bos vol leven. De gemiddelde temperatuur is rond de 30°, maar kan oplopen tot wel 40°. In het droge seizoen zijn veel amfibieën en reptielen in diepe winterslaap .Wij zijn er net in de overgang van de seizoenen, en we hopen dat we veel beestjes kunnen spotten. Al snel hoort de gids geritsel in de bomen, en ziet hij de roodkopmaki”s. Ze springen vliegensvlug van tak tot tak, en klimmen behendig langs de boomstammen. Soms nemen ze een pauze, en smullen van de blaadjes en vruchten van de bomen. Roodkopmaki’s zijn polygamisten, en leven in grote groepen met elkaar. De vrouwtjes en mannetjes slapen afzonderlijk van elkaar. De vacht van het mannetje is grijs van kleur, en het vrouwtje kleurt prachtig met haar kastanjekleurige vacht. Nieuwsgierig observeren de beestjes ons vanuit hun veilige schuilplaats, en roepen op de rest van hun familie. Hun grootste vijand is de fossa, die het niet schuwt om hun kindjes op te peuzelen. Op hun vier poten bewegen ze zich voort wanneer ze over de grond lopen. Het bos is rijk aan vele vogelsoorten. Vrolijk kwetteren de vogels in de hoogste toppen van de bomen. De fazant, die door de bevolking graag gegeten wordt, zoekt voorzichtig naar voedsel tussen de bladeren op de grond. Ondertussen houdt hij zijn directe omgeving goed in de gaten. De gids wijst ons op een aantal medicinale planten en bomen die voorkomen in het bos. Buiten de baobab valt er een boom sterk op, de vazahaboom. Deze wordt zo genoemd, omdat hij een aantal keren per jaar vervelt. De bovenste laag van de schors laat los, en er verschijnt een nieuwe kleur. De sifaka’s moeten nog wakker worden, en hangen lui over de takken van de bomen. Toch zijn ze nieuwsgierig en kijken ons verbaasd aan, ze willen liever nog even verder slapen. Ze laten zich gemakkelijk fotograferen en gaan verder met hun ochtenddutje. De sifakaj is groot en wit en heeft een dikke korte vacht. Zijn bijnaam is “de dansende maki’”, omdat, als hij uit de bomen komt, springt en loopt tegelijk. Vandaag zijn ze een beetje lui, maar dat is wel gemakkelijk voor de foto. De fossa laat zich ook nog even zien, en drinkt rustig verder uit en poel als we voorbij lopen. Langzaam wordt het tijd om onze koffers te pakken en verder te trekken. Onze volgende bestemming is de stad Miandrivazo, wat betekent “ik wacht op mijn maîtresse”.  Het is een van de warmste steden, en ligt ingesloten tussen de heuvels. Er is weinig te beleven, maar er is een geschikte overnachtingsplek. De legende vertelt, dat een prins van een andere stam verliefd werd op de prinses. Deze relatie werd niet goedgekeurd, maar het stel beloofde elkaar trouw. De prins bezocht geregeld zijn lief, maar de prinses werd weggehaald door de soldaten en naar een verderop gelegen dorp verbannen. Nadat de prinses het dorp had verlaten, bleef de prins wachten op zijn lief. De bewoners hadden medelijden met de prins, en hoopten dat het ooit nog goed zou komen. We gaan terug naar de hooglanden. Het is een traject van ongeveer 500 km, over bergkammen en onverharde wegen. De rode paden gaan over in de RN34 een verharde weg. Het traject is verdeelt in drie etappes. Onze eerste etappe is tot aan Miandrivazo. De dag daarop overnachten we in de hooglanden in Antsirabe, en hopen we de dag daarna aan te komen in het oosten, in Andasibe. We rijden via de stad Morondava waar we gaan tanken en boodschappen doen voor de lunch. Tot aan de stad rijden we over de rode zandpaden. Onderweg is er geen geschikt lunchadres en houden we vandaag verplicht fruitdag. De veemarkt wordt druk bezorgt door de boeren en er wordt goed handel gedreven. Rijkelijk is de koopwaar uitgestald in de stalletjes van de dagmarkt. Het is druk in de stad, de taxi’s en riksja's rijden af en aan. We vervolgen onze  weg over de verharde weg. Dit is wel erg aangenaam, en het gaat stukken sneller. Maar we moeten niet zeuren, als je kiest voor dit soort reizen is het vaak primitief. Maar dat heeft zeker zijn charme. Het is bloedheet en we rijden met de ramen open zodat de wind een beetje zorgt voor verkoeling. We hebben de afgelopen dagen liters water gedronken, maar we hebben het idee, dat ons vochtgehalte nog steeds niet op peil is.  Op de plek “van de vele tranen” eten we ons fruit op en drinken we liters water. Nadat  soldaten de prinses uit het dorp weg hadden gehaald, verzamelde de bevolking zich hier en huilden dikke tranen om het lot van de prinses. Ruud en Magda zijn vandaag een beetje ziek, dus komt de fruitdag goed van pas. Langzaam verandert de omgeving. De hoogte en het reliëf maken plaats voor de dorre vlakte.  De droge vlakte maakt plaats voor de groen begroeide heuvels. De rijstvelden springen in het oog, en de aandacht wordt getrokken naar de weilanden waar de zeboe’s rustig grazen.  Evensnel als het klimaat, verandert ook de vegetatie. Er is stromend water, teken dat er een goede douche voorhanden is. Dat doet goed, warm water om al het rode stof en vuil van ons afspoelen! Daarna trekken we onze zwemspullen aan, en gaan nog even relaxen. Onze lodge ligt op een heuvel en we kijken uit over het groene heuvellandschap. Op de veranda kijken we naar de zonsondergang. In gedachten ben ik bij de prins; hoe vaak zou hij hiernaar gekeken hebben, en gedroomd hebben dat zijn prinses spoedig zou wederkeren. We dineren bij kaarslicht, een romantische sfeer in deze omgeving. Jammer dat Magda en Ruud niet van het lekkere eten kunnen genieten. Hopelijk gaat het morgen beter. Het is bij lange na nog geen 10 uur, maar toch: bedtijd…..

Rees en Ruud

Foto’s

2 Reacties

  1. Jack hermans:
    21 november 2016
    Weer een mooi verhaal, hopelijk zijn die twee weer snel opgeknapt !!
  2. Annet:
    24 november 2016
    Super super