De legende van de leeuwenrots

10 november 2017 - Sigiriya, Sri Lanka

Vrijdag, 10 november 2017

Pelwehera Village Dambulla

Prins Kassapa is boos. Boos op zijn vader, koning Dhatusena van Anuradhapura, die zijn jongere halfbroer Mogallana van Koninklijke bloede had aangewezen als opvolger van zijn troon. Kassapa is de zoon van de concubine van zijn vader. Kassapa eist de troon voor zichzelf op en zet zijn vader gevangen, die hij later vermoord. Zijn halfbroer Mogallana vlucht naar India waar hij een leger op de been hoopt te zetten om zijn halfbroer van de troon te stoten. In afwachting van de komende aanval van zijn halfbroer, vlucht Kassapa van de hoofdstad Anuradhapura en sticht een nieuwe hoofdstad in Sigiriya. Hij laat zijn paleis oprichten op de top van de rots die aan alle kanten omringd is door steile rotswanden. Hij laat zijn nieuwe residentie verfraaien met mooie tuinen, beelden en laat de rotswand beschilderen met afbeeldingen van hemelse maagden. De natuurlijke vestiging wordt versterkt met grachten en stenen wallen van een ongekende omvang. Ze worden zo aangelegd dat het gebied tussen beide grachten onder water kunnen worden gezet. Op de top van de rots worden katapulten geplaatst om aanvallers met stenen te bekogelen. De wachtposten op de rotswanden worden op een dusdanige manier geplaatst zodat de wachters alert blijven, zodat wanneer hun aandacht verslapt, ze kans lopen om in het diepe te storten. Prachtige watertuinen, rotstuinen en terrastuinen worden symmetrisch aangelegd. De fonteinen worden voorzien van water van een hoger gelegen reservoir. De monniken wonen in de rotstuin waar ze de religieuze relikwieën bewaren in de grotten. Via steile granieten trappen voert de weg naar boven met in het vooruitzicht het paleis. De granieten wanden worden bepleisterd met een mengsel van zand, ongebluste kalk en vliesjes van de rijstkorrels. Daarop worden de mooiste fresco’s geschilderd, waaronder de portretten van de “wolkenmaagden”. De wolkenmaagden maken deel uit van de hofhouding, en omdat het hof hoog gelegen is, worden ze wolkenmaagden genoemd. De spiegelmuur is glanzend gepolijst met een mengsel van kalk, eiwit, bijenwas en honing. In de afgelopen 1500 jaar hebben heel wat gasten er teksten in gekrast als ware het een gastenboek. Het is een lange steile weg naar het onderkomen van Kassapa dat voor het leger van zijn broer nauwelijks bereikbaar is. Maar na 18 jaar regeren komt de lang verwachte aanval van Mogallana. Hoewel Kassapa zich goed had kunnen versteken binnen de verdedigingsmuren besloot hij het leger van zijn broer uit te dagen. De legende vertelt dat in het heetst van de strijd de olifant van Kassapa schrok en op hol sloeg. Het leger van Kassapa vatte dit op dat hij zich terugtrok en gaven de strijd op. Kassapa bleef alleen achter en besefte dat hij in handen viel van zijn  broer. Hij was te trots en pleegde zelfmoord. Mogallana slachtte veel volgelingen van zijn broer af en keert terug naar de oude hoofdstad Anuradhapura. Sigiriya laat hij over aan de monniken die er voor de komst van Kassapa al honderden jaren hadden gewoond. Ze maken er een klooster van en tot de 13de eeuw is het gebouw een klooster geweest. Het complex wordt overwoekerd door oerwoud en wordt weer ontdekt door de Engelsen in de 18de eeuw, nadat ze het oerwoud gekapt hadden. Onbewust en vol bewondering voor de fraaie fresco’s en de schitterende bouwwerken, zijn we, zonder dat we er veel erg in hebben meer dan 600 trappen naar boven gelopen. Bij de wenteltrap zien we fresco’s die geen religieuze betekenis hebben. Het zijn de oudste fresco’s van heel Azië. Vanaf de ruïnes van het paleis hebben we een schitterend uitzicht over de oude hoofdstad. Als je 600 treden omhoog gaat, moet je er ook weer 600 omlaag en gaan we vol goede moed de weg terug. Dan is het nog een kort ritje tot de volgende activiteit.

De ossenkarren staan aangespannen klaar in de bush. De ossen wachten rustig op het sein van hun baas voordat ze de kar met hun gasten voort beginnen te trekken. De boeren zijn ijverig bezig op de rijstvelden en verwerken de grond alvast voordat de rijst gezaaid en de stekjes geplant kunnen worden. De huisvrouwen zijn druk met hun dagelijkse huishouden en als er tijd over is, zorgen ze dat hun vervoermiddel, de tuk tuk er weer blinkend bijstaat. Na het ritje in de ossenkar lopen we een stukje naar de oever van een meer. Daar liggen de catamarans klaar voor ons boottochtje op het meer. Deze tocht is het alternatief voor de gemiste boottocht van dinsdag toen de weergoden roet in het eten gooiden. Het meer is vol met waterlelies en lotusbloemen, maar de kapitein baant zich een weg door het dichtbegroeide water. Ik help hem een handje met roeien maar laat het sturen aan de kapitein over. Ondertussen plukt de man grote bladeren en lelies uit het meer en maakt van de bladeren een hoed voor iedereen aan boord. De vrouwen worden extra verrast met een ketting gemaakt van de waterlelie. Nadat we allemaal voorzien zijn van hoed en ketting roeien we terug naar de oever. Anthony wacht ons al op aan de steiger en begeleidt ons naar een plantage, waar een heerlijke lunch voor ons bereidt is. De dames hebben heerlijke gerechten bereidt met verschillende inheemse groenten en de lekkerste curry’s staan te dampen in de pannen. Het eten wordt geserveerd op een lelieblad en we nuttigen ons eten op de lokale gebruikelijke wijze, met onze handen. Tijdens de lunch valt de regen met bakken naar beneden, en ondertussen zorgt de busjongen voor paraplu’s zodat we droog bij de bus aankomen. Vanmiddag staat een safari door het Minneriya Nationaal Park op het programma, en we hopen niet dat plan B van kracht komt. Maar Anthony verzekert ons, dat het straks minder zal regenen en de safari gewoon doorgaat. Voor de zekerheid nemen we toch maar een regenjas mee. Onderweg naar het park regent het nog steeds. Anthony informeert ons dat het weer er niet beter op gaat worden, en dat we zeker nat gaan worden. Eigenlijk is het geen weer voor de safari en hij laat de keuze aan de groep over of we toch verder gaan. Hij kan ons wel verzekeren dat we olifanten gaan zien als we gaan. Unaniem wordt besloten om toch op safari te gaan ondanks het weer. De garantie dat we olifanten gaan zien, heeft onze nieuwsgierigheid gewekt. Het Minneriya Nationaal park bestaat uit verschillende habitats, van tropische bossen tot watergebieden en van graslanden tot struiken. In dit park leven honderden olifanten. Het park strekt zich uit rond twee van de talloze eeuwenoude waterreservoirs. Als we bij de ingang van het park aankomen worden de regenjassen en capes tevoorschijn gehaald. De jeeps staan ons al op te wachten, en snel stappen we in. De zijramen zijn nog dicht anders worden we kletsnat. In colonne rijden we met vijf jeeps door het park naar de meren waar de olifanten zich moeten begeven. Bij het eerste meer is er geen olifant te bekennen. De ooievaars, pelikanen en reigers laten hun verenpak nog natter worden door de regen. Op de open grasvlakte zien we een kudde olifanten grazen van het smakelijke gras. De kleintjes zijn verrast door de jeeps en duiken snel weg onder moeders buik. In een mum van tijd zijn er minstens honderd olifanten op de grasvlakte en laten zich door de regen en het publiek niet storen. De Aziatische olifant is kleiner dan de Afrikaanse en heeft kleinere oren en geen slagtanden. Als onze chauffeur uitstapt om de zeilen aan de zijkanten op te rollen, wordt hij terecht gewezen door een bull. Hij wappert met zijn oren en rent op de jeep af. De chauffeur zit binnen een seconde weer in de jeep en rijdt snel achteruit. Moeders trompettert dat het nu wel goed is, ze ziet geen gevaar meer voor haar jong. Maar toch blijft de kudde op hun hoede en drijven de jeeps verder van de kudde af. De flappen hebben we inmiddels provisorisch opgerold, zodat we goed zicht op de kudde hebben. Het maakt nu niet meer uit dat we een beetje nat worden, dit is waarvoor we naar het park zijn gekomen. De schemering begint in te vallen, het duurt nu niet lang meer voordat het donker is. Voor donker moeten we uit het park zijn en de jeeps rijden weer in colonne terug naar de ingang van het park. Daar staat de bus ons al op te wachten. Iedereen is enthousiast en blij dat we de regen getrotseerd hebben. We zijn een beetje nat, maar we hebben de olifanten uiteindelijk gezien. En daar ging het toch om.

Rees en Ruud

Foto’s

2 Reacties

  1. Ted & Helmi Engel.:
    12 november 2017
    Geweldig jullie zijn goed bezig ,zo tehoren maken jullie vanalles mee.blijf gezond en geniet ervan .
  2. Marij en Pierre:
    13 november 2017
    Wat een verhalen en belevenissen, hoop dat het zonnetje wat meer komt.
    Geniet er nog van , maar dat zit wel goed.
    Jullie verdienen het, tot horens.